HOESNEL.nl

Ontwikkelingen verlopen in de tijd, wij zijn altijd tot een voorspelling bereid.


home
over hoesnel.nl
zoeken
Demografie Nederland
Demografie wereld
Economische
    ontwikkeling

Energie ontwikkeling
Klimaatverandering
Maatschappelijke
    ontwikkeling

Mens & Dier
Mens & Milieu
Trends & Projecties
Publicaties
Wandeling door het parklandschap
door Rolf Schuttenhelm

Dit artikel is onderdeel van de journalistieke serie "Wandeling langs nieuwe fenomenen in het Nederlands landschap".

In de afgelopen zestien jaar is het totale oppervlak golfterrein in Nederland verzesvoudigd. Inmiddels bestaan er in ons land 206 golfterreinen, die met hun gezamelijke 7.300 hectaren volgens sommigen een overmatig groot beslag leggen op de beschikbare ruimte.

Om het ruimtelijke stempel van golfterreinen in Nederland optimaal te ervaren dient u af te reizen naar Esbeek in Noord-Brabant of naar het Drentse Assen. Daar liggen de twee megagolfbanen van Nederland, respectievelijk 165 en 154 hectare groot. De terreinen zijn niet openbaar, maar eigendom van golfverenigingen. Als niet-golfende recreant kunt u bijvoorbeeld een rondwandeling maken aan de buitenzijde van het hek, een inspanning die u ongetwijfeld het grootste deel van de dag zal kosten. Een statement op zich.

Golfterreinen doen echter meer dan ruimte in beslag nemen. Ze creëren een nieuw landschap. Het parklandschap. Om kennis te nemen van dat nieuwe landschap is Golfbaan Spaarnwoude een aanrader. De beherende organisatie beweert dat het de grootste golfbaan van Europa is, zij het wat het aantal holes betreft. Het golfterrein is openbaar en ook wandelaars en fietsers zijn welkom op het terrein. Een hek is dan ook niet nodig en zelfs de landschappelijke sfeer blijft behouden wanneer de "out of bounds" worden bereikt: Golfbaan Spaarnwoude is onderdeel van recreatiegebied Spaarnwoude, een indrukwekkende 3000 hectare parklandschap ten noordoosten van Haarlem.

Golfbaan Spaarnwoude wordt drukbezocht. Jaarlijks slaan 350.000 mensen er een balletje, een cijfer dat misschien aangewend kan worden om het ruimtegebruik te rechtvaardigen. Op de zondagmiddag van de wandeling staan ongeveer honderdvijftig auto's op de parkeergelegenheid bij de ingang van het terrein en de golfbanen worden gebruikt waar ze voor bedoeld zijn. Ondanks dat golfpromotors ons willen laten geloven dat golf tegenwoordig een volkssport is, lijkt Jan Modaal enigszins ondervertegenwoordigd, maar een kniesoor die daar op let. Verder opvallend veel Aziaten, ogenschijnlijk vers van Schiphol. Het wekt een gulle gedachte op. Misschien is het wel goed een klein stukje van ons oppervlak in te richten om onze zakenrelaties een alternatief te kunnen aanbieden voor het gebruikelijke Yab-Yum programma.

Golfbaan Spaarnwoude
Ecologisch Management
RPB golfterreinen
Parkeergelegenheid golfterrein.
Stedelijk detail in het golflandschap: De parkeergelegenheid.

Het clubhuis (en golfshop, restaurant en golfreisbureau) is in Zaanse stijl opgetrokken. Op zich leuk om zo een enkel cultuurhistorisch landschapselement voor de toekomst te bewaren, ook al bevinden we ons hier eigenlijk in Kennemerland. Ook de moeite waard is de drivingrange, in Spaarnwoude zelfs in dubbeldek-uitvoering. Golfers staan er in rijen de ene na de andere bal weg te slaan over een grasveld dat zelfs de Harskamp een rustieke picknicklocatie doet lijken. Het dodelijke karakter wordt niet alleen veroorzaakt door het mitrailleurvuur van golfballen. Langs de lengte van het veld is een elf meter hoog net gespannen. Stelt u zich een mistige dag voor (de baan ligt dicht bij de kust), stelt u zich een vlucht grutto's voor en trek een streep door de gedachte dat golfterrein een variant is op het weidelandschap.

Drivingrange en vogelnet.
Dubbeldek drivingrange en elf meter hoog net.

Toch zijn golfterreinen groen. Knalgroen zelfs. Dat maakt de interpretatie ook wat lastig. Het is een volledig kunstmatig landschap dat is opgebouwd uit natuurlijke, reeds in de polder aanwezige bouwstenen: slootwater, gras, knotwilgen en populieren. Je zou kunnen zeggen dat de ontwerpers van golfbanen creatiever zijn dan de boeren die ooit Holland schiepen. Noem me conservatief, maar mij doet het niets. Lopend van de ene baan naar de andere is het juist de creatieve variatie die verveeld. Bochtje naar links, bochtje naar rechts. De verplichte boomgroepjes doen denken aan een modeltreinbaan en het reliëf is simpelweg misplaatst. De kleine zandheuveltjes rondom de bunker moeten voor konijnen overigens bijzonder uitnodigend zijn, maar nergens een hol of een keutel te bekennen. Tot zover de natuurvriendelijke aanpak van het "Ecologisch Management Systeem" dat Golfbaan Spaarnwoude zegt toe te passen. Als zichtbepalend landschapselement is "de green" ongetwijfeld de meest rake golfterm, bij gebrek ook aan enig andere ecologische of landschappelijke karakteristiek. Zo kort dat het gras nooit een bloem zal vormen, zo hecht dat zelfs een mier op de hole is aangewezen om ondergronds te gaan. Enkel traditie houdt vervanging door kunstgras of tapijt tegen, waardoor "de red" of "de purple" voorlopig buiten bereik blijven.

De wandeling zet zich voort over de Buitenhuizerweg, die oostelijk langs het golfterrein loopt. Even verdwijnt de directe invloed van de golfbanen want in deze hoek van het recreatiegebied ligt camping Weltevreden. Het veld met stacaravans ligt naast de route. Buiten het seizoen geeft zoiets een sjofele aanblik; de correcte landschappelijke term zou "verrommeld" zijn. De ervaring is echter anders. Een bijzonder sterk punt van het parklandschap blijkt de onaantastbaarheid te zijn. De onregelmatig geparkeerde caravans wagen met hun gebroken wit en belegen bouwjaar een poging, maar van verrommeling is geen sprake. De landschapsstructuur biedt niets dat aangetast kan worden. De route gaat verder langs de noordwestoever van Zijkanaal C. Een hoogspanningsmast loopt over het kanaal en over de golfbanen. Als je er recht onder staat blijven die dingen oncharmant, maar in dit parklandschap bestaat geen weidsheid, dus ook geen horizonvervuiling. Verderop loopt de A9 dwars door het golfterrein. Doorsnijding? De populatie golfers heeft een passage gevonden onder het viaduct en zet het spel aan de andere zijde onverstoord voort.

Passage golfers onder A9.
Passage golfers onder A9.

Zijkanaal C vormt een verbinding tussen het Spaarne en het Noordzeekanaal. Door het kanaal te blijven volgen wordt de zuidelijke punt van het golfterrein bereikt. Hier loont het de moeite even boven op de dijk te gaan staan. De plek biedt een uitzicht over een stuk van het historische IJ, dat aan inpoldering is ontsnapt en net als het water bij Amsterdam Centraal nog de oorspronkelijke naam draagt. Aan de overkant ligt Spaarndam, onderdeel van de oude IJdijk. Het is een mooi en oorspronkelijk beeld, alhoewel weinigen het vroeger zo bekeken zullen hebben. Het IJ was toen een grote binnenzee, dus de dijk, Zijkanaal C en het hele recreatiegebied Spaarnwoude bestonden niet. Dat geeft ook wel enig recht aan het ter plaatse ontstane landschap. Wie het eerst komt die het eerst maalt. De aanleg van het golfterrein volgde weliswaar pas een dikke eeuw na de inpoldering, maar het is toch nieuw land ¹.

Er valt nog wel meer te zeggen in het voordeel van Golfbaan Spaarnwoude. Het is een goed ontsloten gebied, voorzien van geasfalteerde skeeler- en fietspaden, dat nadrukkelijk ook andere recreanten verwelkomt, mits die de eigenlijke banen niet betreden. Verder is er geen reden direct cynisch te zijn over de ecologische waarde van het gebied. Hier en daar zullen de bomen en het struikgewas voor de nodige beschutting zorgen en 's nachts, als iedereen weg is, zal het er nog best donker worden. Op de website wordt gesproken over regelmatige waarnemingen van bijzondere vogels. Dat valt op zich te verwachten met een gebied van die omvang. Als voorbeeld wordt de roerdomp genoemd. Het baanbeheer doet er goed aan niet toe te voegen dat die ook nog op het terrein zou broeden, want dan krijg je een hoop vogelbeschermers over je heen, gezien de sterke achteruitgang in West-Nederland. Roerdompen voelen zich echter wat bloot op de scheiding tussen green en waterhindernis. Ze hebben een sterke voorkeur voor hoge rietvelden, waarin het vervolgens onwaarschijnlijk is dat je ze ziet. Een verdwaald exemplaar dus ². Ook de grote bonte- en de groene specht worden vermeld. Dat klinkt heel aannemelijk. Het totale aantal volwassen bomen is best groot en in de afgelegen zuidwesthoek ligt op het terrein een stukje wilgenbos dat duidelijk niet te intensief beheerd wordt. Vooral de groene specht lijkt er als liefhebber van de afwisseling van bomen en gras prima thuis. De grote bonte specht is overigens niet direct een zeldzame vogel. Tot slot wordt waarneming van de ijsvogel genoemd. Niet direct een reden voor het baanbeheer om zichzelf schouderklopjes te geven, denkend aan het eerder besproken net. Specificatie van de "prachtige fauna" langs de banen beperkt zich tot vermelding van de rietorchis, een plantje dat bij voorkeur groeit waar je het niet verwacht.

Teruglopend langs de westrand van het golfterrein valt het vooral op dat er niets nieuws te zien is. Het landschap kenmerkt zich door herhaling van de elementen; ze staan steeds in een gelijke verhouding, maar in een andere compositie. Ongetwijfeld zien golfers dat heel anders. Voor de niet-golfer geldt: als je één golfbaan hebt gezien, heb je ze allemaal gezien. Voor de golfer geldt: als je één baan hebt bespeeld, raak je benieuwd naar de volgende. Met het oog op ons landschap zou ik zeggen: Hopelijk wordt de honger van de Nederlandse golfers naar nieuwe, uitdagende banen gestild door eens binnen te lopen bij het golfreisbureau en is de explosieve toename van het oppervlak aan golfterreinen daarmee ten einde.
Parklandschap.

Denkend aan Holland zie ik breede waterhindernissen stil in oneindig golfland liggen,
rijen ondenkbaar ijle vlaggestokken als hoge pluimen aan den einder staan;
en in de geweldige ruimte verzonken de bunkers verspreid door het land,
boomgroepen, fairways, greens, drivingranges, clubhuizen en parkeerplaatsen in een grootsch verband.
De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord,
en in alle gewesten wordt een slag in het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.

Golflandschap.



Golfterreinen en het parklandschap: cijfers en achtergronden.
1.) Een argument dat overigens maar door een zeer beperkt deel van de Nederlandse golfterreinen kan worden aangevoerd ter verantwoording van het ruimtelijk beslag. Golfterreinen zijn in alle Nederlandse landschappen aanwezig en net zo makkelijk aangelegd ter vervanging van heide en bos.
2.) Voor wie met minder genoegen neemt: de blauwe reiger bevond zich in het karige rijtje waarnemingen. Verder twee buizerds, eksters, vlaamse gaaien, wilde eenden en zilvermeeuwen.

Golf is de snelst groeiende sport van Nederland. In 2005 waren maar liefst 250.000 beoefenaars aangesloten bij de golfbond, die daarmee een vierde plaats inneemt in de rangschikking van Nederlandse sportbonden. Door de groei van de sport en de gepaarde groei van het ruimtegebruik neemt de belangstelling voor ecologisch verantwoord golfen toe. Zo bestaan er cursussen voor greenkeepers waarin ook wat aandacht wordt besteed aan natuurbeheer. De golfbaan Spaarnwoude is wat dat betreft heel modern. De beheerders hanteren een webapplicatie om de aanwezige flora en fauna te registreren. Ook gemeenten proberen tegenwoordig om verschillende ruimtelijke functies in één gebied kwijt te kunnen. Voor nieuw aan te leggen golfterreinen zou dan moeten gelden dat ze ook ruimte bieden voor andere vormen van recreatie, natuur en agrarisch grondgebruik. In het nieuwe concept singelgolf komen die ruimtelijke functies goed samen. De golfbanen slingeren daarbij door het oorspronkelijke agrarische landschap en de "rough" doet ook nog steeds dienst als weidegrond. Als onderdeel van het concept zou ook geïnvesteerd moeten worden in verhoging van de ecologische waarde en in andere recreatieve gebruiksmogelijkheden van het landschap. De golfbaan zou bij singelgolf niet langer een vreemde enclave in het landschap moeten zijn. Als niet genoemd nadeel kan evenwel worden aangevoerd dat de golfsport zo niet langer duidelijk binnen de hekken van de aangewezen gebieden valt te houden. Het is de vraag of de menging van ruimtelijke gebruiksfuncties die om praktische redenen wordt aangevoerd, landschappelijk wel wenselijk is.

Volgens het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) is de toename van het aantal golfterreinen onderdeel van een grootschalige ontwikkeling waarin het Nederlandse platteland nieuwe functies krijgt, zoals wonen, werken, natuur en recreëren, en daarvoor een aanzienlijk deel van het agrarische karakter inruilt. In de Natuurbalans 2006 noemt het MNP als voorbeelden van recreatief ruimtegebruik in het landelijk gebied naast golfterreinen ook de opkomst van maneges en recreatiewoningen. Door toename van niet-agrarische bewoning is op sommige delen van het Nederlandse platteland, dus buiten de bebouwde kom, sprake van verstedelijking. In de afgelopen vijftien jaar, de periode waarin ook het aantal golfterreinen sterk steeg, verloren 40.000 Nederlandse boerderijen hun agrarische functie. Van dat aantal werd ongeveer 5% gesloopt, 10-20% werd een niet-agrarisch bedrijfspand en 80-85% werd een burgerwoning.

Het is het streven van de overheid om de verstedelijking zoveel mogelijk te bundelen in nationale stedelijke netwerken, zoals staat geformuleerd in de Nota Ruimte. Deze netwerken liggen tussen stedengroepen, bijvoorbeeld de Randstad Holland of Twentestad (Almelo, Hengelo, Enschede) en overspannen de tussenliggende open ruimte, meestal agrarisch gebied. Daarbij wordt soms bewust gestreefd naar de creatie van het parklandschap, zoals in het plan Parklandschap Groot Mijdrecht Zuid, dat voorziet in 950 nieuwe woningen, naast 450 hectare nieuw aan te leggen natuur- en recreatiegebied, midden in het Hollandse veenweidegebied van de Randstad. In 2015 zal het nieuwe landschap klaar zijn.

Hoe zal de invloed van niet-agrarische landschapsbepalende factoren op het platteland in de toekomst zijn? In het rapport "Thuis op het platteland" signaleert het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de ruim 6 miljoen Nederlanders die nu op het platteland wonen gezonder en gelukkiger zijn dan stedelingen. Zij profiteren in het buitengebied van de rust en de ruimte en maken daarnaast nog steeds gebruik van de diensten van de stad, zoals het winkelaanbod en de gezondheidszorg, waardoor het autogebruik op het platteland is toegenomen. Ook wanneer de Nederlandse bevolking niet langer in aantal toeneemt, valt te verwachten dat de behoefte om rust en ruimte op te zoeken niet zal afnemen. Ook de recreatiebehoefte zal waarschijnlijk verder toenemen. Volgens de studie "Welvaart en Leefomgeving" (WLO) van het Ruimtelijk Planbureau, het MNP en het CPB naar de langetermijn ontwikkeling van leefomgeving en ruimtegebruik in Nederland zal het totale areaal sport- en golfterreinen in Nederland tot 2040, afhankelijk van het economische scenario, waarschijnlijk blijven groeien. Alleen in het "Regional Communities"-scenario, gekenmerkt door de laagste economische groei, zal het areaal gelijk blijven. In het economisch sterke scenario "Transatlantic Market" neemt het ruimtegebruik ten behoeve van sport- en golfterreinen toe van 20 vierkante meter per inwoner in het jaar 2000 naar meer dan 25 vierkante meter per inwoner in 2040; waaruit voorzichtig valt af te leiden dat golf pas een volkssport zal zijn als we ook allemaal in een BMW rijden.


Bronnen:
- Natuurbalans 2006. MNP, september 2006.
- Welvaart en leefomgeving, recreatie. RPB, MNP, CPB, oktober 2006.
- Thuis op het platteland: De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. SCP, januari 2006.
- Singelgolf gepresenteerd. Innovatienetwerk, september 2006.



Parklandschap vanuit de lucht.
Het Parklandschap vanuit de lucht; in het rood de wandelroute.




Meer nieuw landschap:
- Geluidshinder
- Doorsnijding
- Vergrassing
- Lichtvervuiling
- Horizonvervuiling
- Schaalvergroting
- Herwaardering