HOESNEL.nl

Ontwikkelingen verlopen in de tijd, wij zijn altijd tot een voorspelling bereid.


home
over hoesnel.nl
zoeken
Demografie Nederland
Demografie wereld
Economische
    ontwikkeling

Energie ontwikkeling
Klimaatverandering
Maatschappelijke
    ontwikkeling

Mens & Dier
Mens & Milieu
Trends & Projecties
Publicaties
De horizon van het terpenlandschap.
door Rolf Schuttenhelm

Dit artikel is onderdeel van de journalistieke serie "Wandeling langs nieuwe fenomenen in het Nederlands landschap".

Wanneer men met de auto over de Afsluitdijk naar Friesland rijdt, valt halverwege de rit al op dat daar aan de overkant een bijzonder gebied ligt. Het is een eigen land, achter een eigen zee, met een eigen kust en vooral met een eigen horizon. De zee is inmiddels in tweeën geknipt: de Waddenzee en het IJsselmeer, maar alle andere karakteristieken staan nog. Als de zon vanuit het zuiden schijnt glinstert het water van het IJsselmeer tot aan de lage dijk bij Makkum. Aan de Waddenzee ligt de Afsluitdijk op stormvloedhoogte, hetgeen het uitzicht noordwaarts vanaf de A7 belet, maar bij de sluizen van Kornwerderzand kan de auto op gelijke hoogte worden gebracht met de dijk. Vanaf dat punt is te zien hoe de Afsluitdijk hecht aan het Friese land en onder een flauwe hoek overgaat in de Friese Waddenzeedijk. In de verte is Harlingen nog net als een kleine onregelmaat te zien voor de dijk naar het noordoosten buigt en de verdere horizon aan de Waddenzee zelf laat.

Alhoewel. Het is niet alles land, zee, lucht en Harlingen dat hier de horizon vormt. Een klein windmolenpark begroet al dat hier aan land gaat. Hollanders, huiswaarts kerende Friezen en de westenwind. Het is een duidelijke introductie van het nieuwe Noord-Friese landschap. Een landschap zo wijds dat de spaarzame en subtiele beeldvullers langs de horizon het gelijk hun naam mogen geven. Ooit heette het daarom het terpenlandschap. Het zou jammer zijn zo'n mooie historische titel zomaar los te laten, maar de term windturbinelandschap zou de huidige werkelijkheid meer recht aan doen.

terpenlandschap
Fries landschap
bodemdaling zoutwinning
Wiki Horizonvervuiling
MNP Horizonvervuiling
Wiki Windenergie
Horizon: Afsluitdijk, Waddenzee, Harlingen, windturbines.
Horizon: Afsluitdijk, Waddenzee, Harlingen, windturbines.

Hoe dan ook bevindt de karakteristiek van het Noord-Friese landschap zich aan de horizon. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo. Daarom is horizonvervuiling er ook zo'n werkelijk begrip. In West-Nederland, waar de horizon van het oorspronkelijke landschap veel verder vervuild is, kun je op veel plaatsen door de bomen het bos niet meer zien.

Naast de wijdheid is het ook het oorspronkelijke dat het Noord-Friese landschap het fenomeen van horizonvervuiling zo goed doet uitlichten. Grote droogmakerijen hebben ook een wijd karakter, maar het ontbreekt hen veelal aan historie en authenticiteit. Het Noord-Friese landschap echter lijkt heel natuurlijk uit het verleden te zijn voortgevloeid. Zo is de vormende invloed van de zee er nog zichtbaar in het natuurlijke microreliëf. De kwelderwallen zijn reeds lang bewoond, hier en daar opgehoogd tot terpen. De mensen bouwen er al eeuwen dezelfde kop-hals-rompboerderijen en als kroning van de hoogste punten in het landschap dragen ook de bescheiden zadeldakkerkjes een beeld van tijdloosheid uit.

Hoe authentieker het landschap, hoe groter het contrast met de moderniteit. De moderniteit die overal is, maar zich in Friesland wat minder divers uit. Hier bij gebrek aan bevolking geen groeikernen en verkeersknooppunten. De moderne activiteit is meer technisch en industrieel. De wandeling begint op een stuk braakliggend land, dat binnenkort wordt opgeslokt door een havenuitbreiding van Harlingen. Harlingen hoopt de lokale economie een impuls te geven. De bevolking moet weer uit de rokerige (en monumentale) havenkroegen komen. Er moet weer werk komen en de tuberculose-epidemie moet verdwijnen. Harlingen vertrouwd als vanouds op de zee, die het eens, toen de welvaart nog evenredig over de kusten van Nederland verdeeld werd, haar schoonheid gaf. Het mag een stukje Waddenzee kosten. Het mag een stukje horizon kosten.

Horizon haven Harlingen.
Horizon haven Harlingen.

Op het braakliggende land staan als toonbeeld van de moderne techniek, een paar grote, witte windturbines. Eén ervan, dicht tegen de Waddenzeedijk, kan tot aan de voet benaderd worden. Een mooie kans om het ecologische effect te onderzoeken. De draaiende rotorbladen blijken recentelijk twee slachtoffers te hebben gemaakt. Een zilvermeeuw, die al een tijdje op z'n rustplaats ligt, en een postduif, nog geen dag dood. Met ring. NL2006-1531785. Een eerstejaars dus. Twee maanden geleden keerde NL2006-1531785, net als 40 andere van het totaal van 100 duiven, niet in Bolsward terug, na vertrek uit het Franse Orléans. Twee maanden geleden stak een krachtige zuidenwind op, die de duiven uit koers heeft geblazen, over het Kanaal heen, naar Engeland. De vermoeide vogels moesten daarna nog over de Noordzee en de Waddenzee. Het zou teveel zijn geweest. NL2006-1531785 echter bleek een doorzetter. De duif is ergens op krachten gekomen. Twee maanden deed de duif erover, maar hij keerde huiswaarts. Tot aan z'n voortuin. In z'n voortuin staat een windturbine.

Dode postduif, slachtoffer windturbine.
NL2006-1531785.

Maar van horizonvervuiling is ter plaatse geen sprake. Het is een mooi stukje industrieel landschap. Staand onderaan de windturbine, omhoog kijkend naar de strakke blauwe lucht, met een paar witte windveren en de voorbij zoevende wieken. In het gras vlak onder de dijk, daarachter de Waddenzee wetend en de wind te voelen die de molen doet draaien. Buitengewoon esthetisch. Bovenop de dijk is horizonervaring weer goed mogelijk. De Waddenzee. Onverstoorder dan dit krijg je het niet. Het is een heldere dag dus Terschelling, Vlieland en het restant van Griend vormen een toegift. Uitkijkend over Friesland zie ik evenwel de reden van mijn komst. Overal windturbines langs de horizon. Daar gaat de route naar toe. Het zal deze keer geen wandeling worden. Om hier de horizon te bereiken en te vergelijken met de daaropvolgende dient men bij gebrek aan schaatsijs minimaal te beschikken over een fiets.

horizon waddenzee.
Horizon buitendijks.

kop-hals-romp horizon.
Horizon binnendijks.

Bij de haven van Harlingen nog een opmerkelijk industrieel detail, nadrukkelijk verbonden met het omringende landschap. Frisia Zout B.V., onderdeel van de European Salt Company (ESCO). Dit bedrijf heeft een concessie verkregen om zout te winnen uit een lokale afzetting op enkele kilometers diepte. De autoriteiten zullen even kort bij de oosterburen in Groningen hebben geïnformeerd hoe dat gaat, delfstoffenwinning. Het schaalverschil tussen het zoutveldje bij Harlingen en het gasveld van Slochteren zal ze gerust gesteld hebben. Aardgas wordt echter gewonnen uit zandsteen, dat in theorie grotendeels z'n volume kan behouden. Het zout (haliet) is het gesteente. Volgens Frisia Zout zal de diepste bodemdaling optreden bij Tzummarum, deze bedraagt tot nog toe 30 centimeter. Ondanks het feit dat de waddenzeedijk slechts op twee kilometer afstand van dit punt ligt, verwacht Frisia Zout dat de daling van de dijk in de toekomst niet meer dan twee centimeter zal bedragen. Zout bezit evenwel onvoorspelbare plastische eigenschappen. Ondergrondse holten kunnen best van de zijkant worden opgevuld, zodat depressies ook elders aan het oppervlak kunnen ontstaan. Zoiets zou heel goed de werkelijkheid kunnen zijn. Studenten van Geodesie in Delft hebben oude satellietdata volgens nieuwe statistische methoden onderzocht. Tussen 1992 en 2001 blijkt ter hoogte van Harlingen 10 kilometer waddenzeedijk meetbaar te zijn gedaald. Aangezien de zoutwinning pas in 1995 is begonnen verloopt het proces misschien best snel. Een lagere dijk, een lagere horizon. Als straks de terpen in ere worden hersteld is niets meer over van de huidige horizonvervuiling. Snel verder met de route dus.

waddenzeedijk zoutwinning.
Ongelukkig geparkeerde zouttank tegen de bewuste dijk.

Vanaf de waddenzeedijk bij Harlingen is windpark "de Bjirmen", ten oosten van Sexbierum, al goed te zien, ondanks dat het 8 kilometer verderop ligt. Het tussenliggende land is terpenland. De huidige waddenzeedijk loopt parallel aan de oude kwelderwallen. Met een geoefend oog zijn die nog goed in het landschap te herkennen. De hoogste punten zijn door mensenhand opgehoogd. Zo ontstond een rij van terpen, met daar bovenop de oude kop-hals-rompboerderijen. Een landweggetje, de Hoarnestreek (Fries voor "hoog gebied"), loopt over de eerste kwelderwal. Een prachtige route. Bolle weilanden en akkers en kleine groepjes door de zeewind kromgebogen essen. De weg leidt langs monumentale boerderijen als Ropta State bij Roptazijl en Liaucklama State ter hoogte van Sexbierum, een middeleeuwse stins met dubbele omgrachting en een stenen poortgebouw. Het weggetje voert ook langs het erf van een boer die een extra zakcentje verdient door op z'n erf twee kleine windturbines te laten draaien, van een type met twee in plaats van drie rotorbladen. Het is in Friesland inmiddels een vertrouwd gezicht, maar dat neemt niet weg dat er sprake is van een duidelijk verrommelend effect wanneer de verspreiding van de windmolens niet beperkt blijft tot de windparken. Achter de kwelderwal ligt het kwelderbekken, wat lager en wat drassiger, de zogenaamde knipklei. Restanten van lage, middeleeuwse dijkjes lopen over het kwelderbekken en vormen een verbinding naar de tweede kwelderwal, verder landinwaarts. Hier zijn de boerennederzettingen uitgegroeid tot terpdorpen, zoals Pietersbierum, Sexbierum, Oosterbierum, Tzummarum en Firdgum. Het oude reliëf is ook in de dorpen nog goed waar te nemen. Pietersbierum heeft één dorpsterp, vanzelfsprekend met de kerk bovenop. Naar het oosten toe loopt de Walburgastrjitte weer naar beneden en biedt het land aan weerszijden precies ruimte voor twee glooiende akkers. Dan gaat de weg weer omhoog, de volgende terp op en Sexbierum in. Sexbierum blijkt een samengestelde terp. Verschillende straten glooien op en neer.

Windturbines bij boerderij.
Boer met bijverdienste.

Aan de andere kant van Sexbierum plotseling een ander landschappelijk fenomeen: Glastuinbouw. Omdat de route het kassengebied vanuit de bebouwde kom benadert is er geen sprake van horizonvervuiling. Wel van opvulling. Wat nu aandoet als een straat tussen twee rijen experimentele doorzonwoningen was kortgeleden nog een landweg, met aan beide zijden hoog grasland tot aan de verre horizon. Het weiland even verderop is overigens ook niet veilig. Het gebied bij Sexbierum is een aangewezen groeilocatie voor de glastuinbouw. Binnenkort ligt er een indrukwekkende 450 hectare landschap onder glas, de grondopkopingen zijn al begonnen. Op de rand van de uitbreiding ligt een mooie, maar slecht onderhouden kop-hals-rompboerderij. Lam voor de slachtbank. 1714 staat op de gevel. Wie weet is de schuur nog ouder.

Glastuinbouw, windturbines en kop-hals-rompboerderij.
Horizon: glastuinbouw, windturbines en kop-hals-rompboerderij.

Voorbij de kassen gewoon weer het hoge kleiland. Groen gras, witte schapen en een blauwe lucht. En ja hoor, eindelijk. Kijk ze daar toch staan. Recht in het gelid, fier naast elkaar, met de koppen in de wind. Windpark de Bjirmen, 12 windturbines rijk, met een gezamelijk vermogen van 6.000 kW, goed voor circa 3.700 huishoudens. Beheerder Nuon weet te vertellen dat de visgraatopstelling zorgt voor een optimale windvangst. Nuon is trots op z'n park. Nuon heeft zelfs een antwoord op de aangerichte horizonvervuiling. Alle windmolens zijn aan de onderkant rood geschilderd en aan de bovenkant wit. De hoogte van de overgang varieert per windturbine. Dat creëert namelijk diepte. Tenzij je van de andere kant kijkt. Het vermoeden ontstaat dat het concept is bedacht in het atelier van een op subsidies overlevende kunstacademie. Want wie verzint het om zo'n ding rood te verven. Windturbines zijn al een tijdje onder ons. Met tijd ontstaat traditie. Windturbines horen wit. Onder die voorwaarde kunnen ze, maar dat is uiterst subjectief, zelfs een toevoegende waarde hebben aan het landschap. Maar dan is de Flevodijk nog altijd een betere keuze dan een delicaat cultuurhistorisch landschap.

Wat was er ook alweer nog meer met windenergie? Oh ja. Het is schone energie. Wel degelijk. Op het informatiebord naast het windpark schrijft Nuon dat wereldwijd de meeste elektriciteit wordt opgewekt uit fossiele brandstoffen, via het broeikaseffect leidend tot klimaatverandering. Correct. Nuon wast de handen in onschuld. Rood-witte onschuld zullen we maar zeggen. Ieder initiatief dat leidt tot de productie van schone energie verdient vanzelfsprekend een pluim. Maar er was nog iets met windturbines. Op het informatiebord lees ik dat de diameter van de rotoren maar liefst 37 meter bedraagt. Dat was het! Gehaktmolens. Op weg naar het park de Bjirmen lag achter het weiland met de schapen, nog een weiland. Een weiland zonder vee, maar met ongeveer 1500 goudplevieren, als een enorme, roestige plak op elkaar. Het volgende weiland het windpark.

Windpark de Bjirmen.
Windpark de Bjirmen, met informatiebord.

Ik herinner me de ene windturbine langs de dijk bij Harlingen, de zilvermeeuw en de postduif en ik verwacht een grote oogst. Van molen naar molen lopend, terwijl overal langs de horizon grootse ganzenformaties vliegen, nergens één slachtoffer te bekennen. De oogst beperkt zich tot een handvol meeuwenveren. Hoe ongeloofwaardig. Bij het windpark is een klein kantoortje gebouwd, dat er verlaten uitziet. Ik stel me plots een werknemer voor die hier iedere ochtend de auto parkeert, een kop koffie drinkt, een paar vuilniszakken pakt en zijn ronde rijdt. Keurig aangeharkt. Bij schone energie hoort een schoon imago.

De route vervolgend richting Oosterbierum wordt het nog mooier. Weer een weiland vol. Dit keer kleine zwanen, zeker 600 stuks. Oosterbierum mag geen terpdorp meer heten. Veel terpen zijn sinds ze door de bedijking hun functie verloren afgegraven, voornamelijk vanwege de vruchtbare terpaarde. Ook nu nog levert Friesland z'n historische reliëf in. Ploegende boeren en natuurlijke inklinking bedreigen wat na de afgravingen resteert van het terpenlandschap. Tzummarum steekt wel nog mooi boven het land uit. Eén enkele terp, met daar bovenop een grote kerk. Voor de afsluiting van een tocht langs de Noord-Friese horizonten moeten we het nog één horizont verder zoeken. Het moet dramatischer. Het kán dramatischer. Tussen Tzummarum en Minnertsga vult het volgende windpark van weerszijden alweer de horizon. Maar dat kunnen wij op deze plek, het eindpunt van de route, negeren. Heel simpel, door naar het noorden te kijken.

Daar ligt nog steeds een juweel aan de horizon. Juist door de aantasting uitgeprepareerd en nog mooier geworden. Firdgum. Dit kleine stukje Friesland, halverwege tussen Tzummarum en Minnertsga, noordwaarts richting de waddenzeedijk vormt, levend en wel, het centrum van het terpenlandschap. Grotendeels weggegraven, pal naast een windturbinepark, is het Firdgum dat de horizon vormt. Was het niet door de tijd zo aangetast, was het niet bijna verdwenen, dan was Firdgum zomaar een terpdorp geweest. Dan was de glooiing onzichtbaar geweest door de nieuwbouwwijk of door het kassengebied dat er had gelegen. Maar niet in Firdgum. Rondom Firdgum zijn wat weilanden uitgespaard. Niet eens teveel, dat is niet nodig. Firdgum vormt een wijds landschap op kleine schaal. Verstopt achter hoge bomen en grote Friese paarden, ziet Firdgum het windpark niet en sloegen op hun beurt de projectontwikkelaars het dorpje over.

Nu telt Firdgum nog steeds slechts drie boerderijen, een half afgegraven terp, een kerktoren zonder kerk en een schuurtje, onderaan de verdwenen kerk, dat vroeger dienst heeft gedaan als pastorie en schoolgebouw. Een poster achter de deur verwijst met een gedicht naar Piet Paaltjens, het pseudoniem van François Haverschmidt (terwijl het gebouw op zich al decor vormt voor "De Schoolmeester", het pseudoniem van Gerrit van der Linde, tijd- en stijlgenoot van Haverschmidt). François Haverschmidt kende dit landschap. Hij was predikant in Foudgum, een ander Fries terpdorp, van even minimale afmetingen, verder naar het noordoosten. In dit landschap voelde François Haverschmidt zich "heengebannen" en meerdere jaren ongelukkig, wat niet weg neemt dat iedereen er een volle dag gelukkig kan zijn.

Horizon terpenlandschap bij Firdgum.
Horizon terpenlandschap bij Firdgum.

Bijna had Firdgum niet meer bestaan. De terp is trapsgewijs afgegraven, bijna tot aan het kerktorentje toe. Des te tastbaarder het reliëf. Hoe mooi ook het kerktorentje zelf, met het zadeldak. Juist het ontbreken van de oorspronkelijke kerk, laat de ranke schoonheid zien. Zo zonder kerk, biedt de terp, aan de voet van de toren nu ruimte voor een kleine begraafplaats. Slechts weinigen beseften bij hun leven, dat ze het hier wilden laten eindigen. François Haverschmidt stierf er niet en ligt er niet begraven. Hij vertrok uit Friesland en herinnerde zich met weemoed het landschap als volgt:

"...ik keer terug tot mijn dorpje, dat zoo klein was, zóó klein dat het haast niet eens een dorpje heten mocht. Het lag op en tegen een terp, een van die hoogten, waarvan men zegt dat onze vaderen ze in overoude tijden hebben opgeworpen om er een toevlucht te vinden als de zee het land overstroomde. Dit is zeker, dat de zee dicht genoeg bij was, en als ik 's avonds laat of 's nachts langs het voetpad door de weiden ging, zag ik duidelijk het licht in den vuurtoren op een van de eilanden. Ook hoorde ik, wanneer de wind uit het Noorden kwam, het doffe gerucht van de golven die tegen het strand braken, zodat het wel geen twijfel leed of, als er geen zware dijk was geweest om hen te keeren, zij bij hooge vloeden nog den ganschen omtrek onder water hadden gezet. Groot moeten eenmaal de werkzaamheid en de taaie volharding van die vroegere bewoners geweest zijn, wier middelen om den grond op te hoogen bovendien zeker veel te wenschen overlieten. Ik verwonder er mij over, vooral wanneer ik bedenk dat deze vluchtheuvels zich in grooten getale op doorgaans nog geen half uur van elkaar verwijderd, langs de gehele zeekust tot diep landwaarts in verheffen. Die oude Friezen hadden hun land wel lief, wat trouwens hun nakomelingen niet minder doen. En wie onder dezen het hebben vaarwel gezegd om bijvoorbeeld in de Vereenigde Staten (van Noord Amerika) een beter bestaan te zoeken, al zijn ze daarginds ook nòg zoo gelukkig geslaagd, zij hebben nog altoos moeite de terp te vergeten, die hen geboren zag worden. Wellicht gelukt het hun nimmer geheel. Het is dan ook een goed land, waarover ik spreek. De zee heeft er een dikke kleilaag over heen geworpen, die de vlijt van den landbouwer ruim beloont of aan zijn wei uitstekende weiden biedt, terwijl de zachte golving van het terrein, gevolg van de kunstmatige ophoogingen, van den top der terpen een schilderachtig vergezicht kan bieden."

Historische, huidige en toekomstige horizonvervuiling.
Historische, huidige en toekomstige horizonvervuiling. (Onderste foto: liggende windturbines.)



Windenergie en oare Fryske fiersichten.
Onder de welluidende titel "Fryske Fiersichten" is onlangs een publiek debat gehouden over de toekomst van Friesland. Van de vijf bijeenkomsten zijn er twee buiten de provincie gehouden, in Groningen en Amsterdam, om ook inspraak te gunnen aan de betrokken Friezen "om utens". Het bleek een vruchtbaar initiatief, getuige de 700 projecten en ideeën die zijn voorgesteld, met betrekking tot vijf themagebieden, waaronder Ruimte. Eén van de opvallendste projectvoorstellen met betrekking tot ruimte, landschap en horizon is het "overdekte windturbinepark", naar een, vermoedelijk om praktische redenen, niet verder uitgewerkt plan van W. Draisma.

Uit het voorstel blijkt in ieder geval dat onder sommigen een afkeer bestaat van de huidige invloed van de windturbineparken op het Friese landschap. Daarom hier nog even in het kort de discussie met betrekking tot windenergie: Windenergie is schone energie. In een poging de CO2-uitstoot te beperken moeten alle zeilen worden bijgezet. Volgens het CBS leverde het totaal van 1707 windturbines in Nederland in 2005 een vermogen van 1219 MW, waarmee slechts 1,8% van het elektriciteitsverbruik werd gedekt. Ter vergelijking: Eén kleine kerncentrale (formaat Borssele) levert meer dan het dubbele vermogen en stoot eveneens géén CO2 uit. Vanwege de genoemde landschappelijke aantasting, vermeende ecologische effecten en het betrekkelijke rendement is de overheid niet van plan om op land nog veel extra windparken aan te leggen (1500 MW in 2010), de plannen voor off-shore windenergie zijn daarentegen ambitieus (6000 MW in 2020).

Terug naar Friesland: Er komen waarschijnlijk dus niet meer, maar ook niet minder windturbines. In het kader van de "Fryske fiersichten" ontstaat daarmee zomaar de mogelijkheid de bestaande parken te verplaatsen. Waarom liggen de windparken verspreid langs de hele Waddenkust wanneer ze ook geconcentreerd kunnen worden rond min of meer industriële gebieden, zoals bijvoorbeeld Harlingen en Eemshaven in Groningen? Wanneer de masten een paar meter hoger worden komt ook bebouwde en beboste grond in aanmerking, dus dan kan in die twee windenergie-agglomeraties gelijk worden voorzien in de behoefte aan bedrijventerrein, glastuinbouw en recreatiegebied.

Een ander voorstel met betrekking tot landschap en ruimte uit de debatteerronde heeft oog voor het karakteristieke reliëf in het Friese landschap. G. Geldof diende het projectvoorstel "Nye Terpen" in. Volgens dat plan moet de toekomstige landschapsinrichting van Friesland weer worden aangepast aan het oorspronkelijke ruimtelijke patroon. Nieuwbouw alleen op vooraf verhoogde grond, gebruikmakend van bijvoorbeeld bouwafval en klei uit nieuw te vormen meren. Namaakterpen en meren buiten het merengebied. De bedenker gelooft niet in het krampachtig beschermen van landschappelijke waarden, maar in het bijsturen van ruimtelijke ontwikkelingen. Maar is het voor de provincie Friesland wel zo moeilijk om de landschappelijke identiteit te behouden? Volgens de prognose van het CBS zal de bevolking in Friesland de komende twintig jaar nauwelijks groeien. Ook op dit moment lijkt nieuwbouw van woningen en voorzieningen niet direct noodzakelijk. Begin 2007 wonen welgeteld 6 mensen minder in de noordelijke provincie dan een jaar eerder. Het is opvallend dat er in de nieuwe plannen weinig aandacht is voor het behoud van de cruciale factor in de landschappelijke identiteit: de leegte. Alleen door behoud van leegte en openheid blijft ook de horizon behouden.

Op 12 december 2006 echter voegde Tj. Miedema zijn bijdrage toe aan de discussie. Enigszins summier, maar daarom geschikt om volledig te citeren:
"Friesland als deels ontvolkt gebied.
Benadruk het groen en de rust van Friesland en doe verder niks. Friesland zal zo vanzelf een gedeeltelijk ontvolkt gebied worden met veel groen en ruimte."


Bronnen:
- Dyke deformation measured from space. TU Delft, november 2006.
- Kassen en cultuurhistorie Friesland. Noorderbreedte, 2003 - nr3.
- "Mijn eerste gemeente". François Haverschmidt, 1880.
- Fryske fiersichten. Ideeën en projecten voor Fryslân in 2030. Provinsje Fryslân, januari 2007.



Historische, huidige en toekomstige horizonvervuiling.
Het noordwesten van Friesland. In rood de route tussen Harlingen en Firdgum.
De kleigrond dicht bij de Waddenzee is relatief recent afgezet. Daardoor is deze minder
ver ingeklonken en beter geschikt voor akkerbouw, zoals ook uit de satellietopname blijkt.



Meer nieuw landschap:
- Geluidshinder
- Doorsnijding
- Vergrassing
- Lichtvervuiling
- Parklandschap
- Schaalvergroting
- Herwaardering